Beschrijving laat-middeleeuwse lepels 1250-1500

In de late middeleeuwen was een groot gedeelte van de lepels van hout , deze zijn echter zeer sporadisch bewaard gebleven. Voor wat betreft metalen lepels verschijnen in de late 14e eeuw in gewone huishoudens lepels van tin en latoenkoper. De laatstgenoemde lepels werden uit een strip latoenkoper geknipt en uitgehamerd.

Kenmerken: In de late 14e tot eind 15e eeuw zijn lepels nog zeer rank en licht uitgevoerd. Deze vroege typen lepels hebben meestal een ronde bak en een lange, dunne afgeplatte steel. Het steeluiteinde heeft vaak een knopje of eikeltje. Aanwezige merkjes bevinden zich meestal op de steel.
[Zie foto 1 Lepels tin latoenkoper 15e eeuw]

Vanaf eind 15e eeuw worden de lepels wat zwaarder uitgevoerd, de tinnen exemplaren met een ronde bak en vaak met een ijzeren kern in de steel ter versteviging. Vaak is dan ook op tinnen lepels een gekroonde hamer als merk te zien op de steel, vlakbij de bak van de lepel. De achterzijde van de lepelbak kent geen extra versteviging. Deze "rattenstaart" verschijnt pas op lepels na omstreeks 1540

[Zie foto 2 en 3 laat-middeleeuwse lepels tin 1500-1525]

In het 2e kwart van de 16e eeuw zien we lepels verschijnen met een versteviging achterop de bak (“rattenstaart”) gemerkt met een gekroonde roos in de bak. Hiervan zijn in het subforum Nieuwe tijd voorbeelden te vinden

Literatuur:
Tekens van leven - H Janssen, A Thelen
Aen Taefele, eten en leven in de late middeleeuwen – Sebastiaan Ostkamp

leuk man even Hans plagen succes man